Proporties (verhoudingen)

Proporties bepalen hoe groot of klein onderdelen van een tekening zijn ten opzichte van elkaar. Dit kan bijvoorbeeld zijn hoe groot een hoofd is in vergelijking met het lichaam, of hoe breed een boom is vergeleken met een huis.

Een goede manier om te starten, is door te oefenen met eenvoudige verdelingen. Veel tekeningen kunnen worden opgebouwd door dingen in helften of derden te verdelen. 

In een stilleven zoals hieronder kan het lastig zijn om in te schatten hoe hoog de ene vaas ten opzichte van de andere is. In zo'n geval kun je zoeken naar houvast, door jezelf bijvoorbeeld de vraag te stellen: hoeveel keer past de hoogte van de lage vaas ongeveer in de hoogte van de hoge vaas? Misschien is de hoge vaas 2x zo hoog (of daarbij in de buurt), misschien is de hoge vaas 1/3 hoger dan de lage vaas. Door bewust op zoek te gaan naar dit soort houvast krijg je steeds meer aanknopingspunten.


Bij de kat hieronder kun je jezelf afvragen: hoeveel oren is de kop van de kat hoog? Hoeveel keer past de kop van de kat ongeveer in zijn lijf? Hoeveel ogen is zijn kop ongeveer breed? 



Voor zaken als portret- en figuurtekenen bestaan er ook basisverhoudingen. Een bekend voorbeeld is het gezicht: je kunt het vanaf de haarlijn in drie delen verdelen: haarlijn tot wenkbrauwlijn, wenkbrauwlijn tot onderkant neus en onderkant neus tot onderkant kin. 

Natuurlijk ziet niet iedereen er hetzelfde uit, maar door te denken in deze basisverdelingen kun je snel zien of iemand bijvoorbeeld juist een wat langere kin of hoger voorhoofd heeft. 

Ook handig: de hoogte van de haarlijn, wenkbrauwlijn, onderkant neus en onderkant kin blijven gelijk als het hoofd naar driekwartspositie en profiel draait.


Zo bestaan er ook schema's voor het menselijk lichaam. Globaal gezien wordt het vaak ingedeeld in acht maal de hoogte van het hoofd. Het lichaam is ongeveer in tweeën te delen, het kruis zit in het midden. Het bovenlichaam wordt dan ingedeeld in vier delen: het hoofd tot kin, kin tot tepels, tepels tot navel, navel tot kruis. Onder het kruis komen de boven- en onderbenen en voeten, ook weer ingedeeld in vier delen. Net als bij het gezicht geldt natuurlijk dat niet iedereen hetzelfde is, maar het geeft toch wat houvast. 


Hoe handig die standaard indelingen ook zijn, het is natuurlijk saai om onze modellen altijd kaarsrecht van voren of opzij te tekenen! Zodra je je model in een interessante positie neerzet, bijvoorbeeld met een arm of been naar voren, krijg je te maken met verkorting. Delen van het lichaam die naar je toekomen lijken in verhouding al snel veel groter, wat het tekenen uitdagender maakt maar ook interessanter. 

Bij het natekenen van een model in een moeilijke positie, kun je dezelfde trucjes gebruiken die eerder werden genoemd. Kortom: zie een mens ook gewoon als een stilleven. 


Bijvoorbeeld: bij figuur 1 zie je dat het bovenlijf en vooral het hoofd wat naar de kijker toegedraaid is. Kijk naar de maximale hoogte van het hoofd van je model en probeer in te schatten hoeveel keer je die hoogte in het totale model kwijt kunt. In dit geval is dat ongeveer drie keer.

Bij figuur 2 komen de benen juist naar ons toe. Het onderbeen in het blauw gemarkeerde gedeelte is hierdoor in verhouding veel groter dan het hele bovenlijf, zie ook hoe klein het hoofd hier is. Het onderbeen neemt bijna de helft van de hoogte van het gehele model in beslag.

In figuur 3 zie je ook weer een zeer groot onderbeen, omdat het dichterbij is dan het bovenlijf. Je kunt bij het natekenen van je model eens meten hoe hoog dat been is in verhouding tot het totaal. In dit geval was het in te delen in drieën, het onderbeen (inclusief voet) is tweederde van de totale hoogte.

Ook in figuur 4 komt het onderlichaam naar ons toe en is het bovenlichaam daardoor relatief klein. Bij dit model was het handig om de breedte in drieën te verdelen. Daarbij bleek, dat bij tweederde ongeveer het bovenlijf omhoog getekend kon worden. 

Elke situatie is anders, dit zijn slechts enkele voorbeelden om te laten zien hoe je kunt proberen houvast te vinden op het gebied van de verhoudingen.

Op de ledensite hebben wij uitgebreide videolessen over figuurtekenen. Zie voor meer informatie de videolessen portret- en figuurtekenen van Lineke Lijn.

In landschappen is het vaak handig om de hoogte van horizon in te schatten. In figuur 1 lag de horizon ongeveer in het midden. Bij figuur 2 op iets meer dan een derde vanaf de bovenkant, bij figuur 3 op ongeveer een kwart vanaf de onderkant.

Het is al best lastig om goed te zien wanneer iets precies een helft of een derde is. In het volgende blog (verschijnt over een maand) geef ik je een paar nuttige oefeningen waarmee je dit beter leert inschatten!